Inspectie ongediertebestrijding

Meestal komen we er pas achter dat ongedierte zich in of rondom ons huis heeft genesteld, als het te laat is; de hoeveelheid dieren is al exorbitant en groeit ook nog eens met de minuut. Vaker een ongedierte inspectie uitvoeren zou dan ook erg verstandig zijn. Zo ben je er op tijd bij en kun je grote problemen voorkomen. Bovendien zijn dergelijke inspecties zelf te verrichten. Hierna volgen 3 aandachtspunten:

1. Onderzoek met welk soort ongedierte je te maken hebt

De eerste vraag die je jezelf bij een inspectie moet stellen is met welk soort ongedierte je te maken hebt. Je gaat het ongedierte dus identificeren, in dit geval ook wel ‘determineren’ genoemd. Wanneer je weet met welke dieren je te maken hebt, kun je namelijk de juiste strategie bepalen om ze te bestrijden. Het Kennis Centrum Dierenplagen (KAD) kan je bij deze determinatie helpen.

2. Zoek naar de plek waar ze zich schuilhouden

Naast de vaststelling van het soort ongedierte, is ook de plaatsbepaling ervan van groot belang. Je kan vaak gemakkelijk ontdekken waar het ongedierte zich bevindt door op een aantal kleine dingen te letten, zoals sporen van etensresten en goederen die zijn aangevreten. Heb je eenmaal ontdekt waar ze zich bevinden, dan weet je niet alleen waar je ze in het vervolg kunt vinden, maar kun je vaak ook al gauw constateren hoe groot de populatie is. Daardoor heb je een beter beeld van hoe en met welke middelen je ze kunt bestrijden.

3. De basisregels voor het weren van ongedierte

De volgende te nemen stap is erg afhankelijk van wat je eerder allemaal ontdekt hebt en daar zijn dus geen algemene richtlijnen voor, maar het is in ieder geval verstandig om: 1) ervoor te zorgen dat er zich geen etensresten meer in de buurt van hun ‘thuisbasis’ bevinden en 2) alle mogelijke toegangswegen te versperren. Bij een kleine plaag volstaat dit doorgaans, bij een ergere uitbraak zullen er andere maatregelen aan te pas moeten komen.